Bekantrecht eiken heeft twee recht gezaagde langszijden en bestaat uit planken met:
(1) dezelfde (vaste) breedten;
(2) verschillende (vallende) breedten (zie foto 2); en
(3) friezen (hout van kleine afmetingen).
Friezen zijn houten delen met vaste breedten tussen de 40 en 99 mm en met lengten tussen 250 mm en 2100 mm; bekantrecht eiken is breder dan 100 mm breder en omvat alle dikten en lengten.
Na het zagen van de stammen worden de geproduceerde planken meestal tijdens het oplatten geselecteerd volgens de sorteerregels. Sorteren is nodig omdat eikenhout niet homogeen van kwaliteit is. Bijvoorbeeld het aantal noesten en andere gebreken verschilt binnen een boom en tussen bomen. Er wordt ook gesorteerd omdat elke toepassing om een andere kwaliteit vraagt. Tenslotte is voor de zager selectie belangrijk, hiermee kan hij een hoger financieel rendement behalen. De mooie foutvrije delen worden voor een veel hogere prijs verkocht dan hout met veel gebreken.
Foto 2: ruwe eiken planken in verschillende oftewel vallende breedten.
Basisprincipes van het sorteren
De basis van het sorteren van eikenhout is het kwantificeren en kwalificeren van het aantal en type gebreken zoals noesten, aanwezigheid van schors, verkleuringen in een plank. In Frankrijk wordt de norm EN 975-1 gebruikt en hierin staan de eisen die aan de verschillende kwaliteitsklassen gesteld worden beschreven. Er wordt zowel de bovenzijde als de onderzijde van de plank beoordeeld. De naamgeving van de sortering werkt als volgt: een klasse bestaat uit twee letters gevolgd door een kleine letter en/of cijfer. De letters en cijfer waarmee de kwaliteit Q-F 2 worden aangeduid betekenen: Q is Quercus, eik in het latijn; F staat voor bekantrecht hout en friezen en het derde teken (de 2) geeft de betreffende kwaliteit aan (tabel 1).
Tabel 1: beschrijving van de kwaliteitsklassen voor Frans eikenhout volgens EN 975-1. De beoordeling vindt plaats aan de twee brede zijden van de plank. Beide brede zijden van de plank moeten aan de eisen voldoen.
Kwaliteitsklasse | Beschrijving van de kwaliteit |
Q-F 1a | Hout met rechte nerf (evenwijdig aan de langszijde van de plank) waar alleen kleine gezonde noestjes zijn toegestaan. Bij hout dat smaller is dan 120 mm is 1 noest per zijde kleiner 10 mm toegestaan. Voor breder hout zijn twee noesten kleiner dan 10 mm doorsnede toegestaan. 20 % van de planken mag een extra noestje hebben. |
Q-F 1b | Nagenoeg foutvrije delen waar alleen noestjes zijn toegestaan. Gezonde noestjes van minder dan 5 mm zijn onbeperkt toegestaan. Drie noesten kleiner dan 12 mm zijn toegestaan bij delen smaller dan 120 mm. Bij bredere delen en één extra knoop voor elke breedte van 40 mm voor bredere stukken |
Q-F 2 | Nagenoeg foutvrije delen waar alleen noestjes zijn toegestaan. Gezonde noestjes kleiner dan 5 mm worden zijn onbeperkt toegestaan. Drie noesten kleiner dan 25 mm toegestaan voor delen die smaller zijn dan 120 mm breed. Voor bredere delen is ook een extra noest tot 40 mm doorsnede toegestaan. |
Q-F 3 | Gezonde noestjes kleiner dan 10 mm worden zijn onbeperkt toegestaan. Drie noesten kleiner dan 40 mm toegestaan voor delen die smaller zijn dan 120 mm breed. Voor bredere delen is ook een extra noest tot 40 mm doorsnede toegestaan. Eén dode of rotte noest kleiner dan 20mm toegestaan en wankant kleiner dan 3 mm zijn toegestaan. Niet toegestaan: ingegroeide bast, rouge, rot, wormgaatjes en hartsporen. |
Q-F 4 | Noesten kleiner dan 70 mm doorsnede onbeperkt toegestaan. Twee dode of rotte knoesten toegestaan waarvan er één minder dan 35 mm is en de andere minder dan 20 mm doorsnede. Wankant toegestaan tot 10% van de breedte en 20% van de lengte. Uitgesloten zijn: rot, wormgaatjes. |
Bijna alle eikenzagerijen werken volgens het bovengenoemde sorteringssysteem maar er kunnen toch kwaliteitsverschillen bestaan tussen hout met dezelfde kwaliteitsaanduiding tussen verschillende zagerijen. Dit kan komen door de kwaliteit rondhout die men gebruikt en natuurlijk de interpretatie van de normen door de medewerkers. Ook bestaat er nog een zogenaamde Q-F 5 kwaliteit waarvan eisen door de producent zelf worden bepaald.
Spint en hartdelen
In de bovengenoemde omschrijvingen wordt spint niet genoemd. De aanwezigheid van spint wordt aangeduid met een X. Staat er achter de kwaliteitsaanduiding een X, bv Q-F 2X, dan mag er aan een brede zijde van de plank spint zitten. De hoeveelheid spint wordt niet gekwantificeerd. Bevat een kwaliteit aan boven- en onderzijde spint dan staan er twee X-en achter de kwaliteitsaanduiding (bv. Q-F 2XX). Hartdelen zijn in de laagste Q-F 4 kwaliteit toegestaan, hartsporen beperkt in de Q-F 3 kwaliteit. Dit wordt niet in de normen vermeld maar is in de praktijk wel gebruikelijk.
Heb je vragen over de sortering van bekantrecht Frans eikenhout mail (verkoop@plankencentrale.nl) of bel (0317 – 310698) ons.